Kobudō (Japans: 古武道, Kobudō) is een verzamelnaam voor de modernere (na ca. 1900) vormen van de klassieke Japanse krijgskunst van het eiland Okinawa. In tegenstelling tot wat algemeen gedacht wordt, zijn kobudō wapens niet afgeleid van boerderijgereedschappen.
Boeren hadden niet de tijd of de energie om zich te verdiepen in het gebruik van gereedschap voor de vechtsport. Verder zou een burger met dit soort gereedschap niet veel kunnen uithalen tegen een getraind professioneel strijder met echte wapens. Kobudo is gevormd door doordachte technieken die voortkwamen binnen de adel, en technieken overgenomen uit China.
Enkele voorbeelden van kobudō wapens zijn:
de bō: 183 cm lange stok.- de sai: kleine drietand waarvan de middelste "tand" beduidend langer is dan de twee andere.
de nunchaku/ssang yjel bong: twee stokken die door middel van ketting aan elkaar verbonden zijn.
de kama: zeisvormig houten wapen.
de tonfa: 45 cm lange stok (lijkt een beetje op een politiestok)
hanbō: stok, ongeveer evenlang als een katana, maar dan van hout, zonder "zwaardvormen"
katana: zwaard
tanbō: kleine 45 cm lange stok, lijkt een beetje op een verkorte bō.
コメント